2019 Lentemarathon Amstelveen

Voor mijn gevoel heb ik al best veel marathons gelopen, maar toen ik eens ging tellen kwam ik er achter dat Amstelveen pas mijn tiende losse marathon zou worden sinds 2005. Hardloopwedstrijden staan eigenlijk altijd in het teken van de voorbereiding op het triathlonseizoen en hebben meestal geen hoge prioriteit. Amstelveen stond echter wel met lichtrood potlood omcirkeld. Na mijn eerste en vooralsnog enige sub-3 tijdens de marathon van Rotterdam in 2016, waar ik dat doel met 10 seconden haalde, knaagde het gevoel dat het wel iets sneller en beter kon. De Lentemarathon was twee weken voor Rotterdam en dat kwam beter uit met het oog op de voorbereiding voor het triathlonseizoen, dus in Amstelveen zou het moeten gebeuren.

Een sub-3 zou me alleen gaan lukken met een gedegen voorbereiding met voldoende kilometers. En ondertussen alle overbodige ballast qua kilo’s kwijtraken. Dat gaat meestal redelijk vanzelf door alle trainingsuren en als ik dan de laatste weken alle snoep en toetjes laat staan volgt het wedstrijdgewicht wel zonder dat ik een moment honger heb hoeven lijden. Alcohol heb ik het hele jaar laten staan en dat is de enige manier die voor mij werkt. Ik doe niet aan één glas wijn. Alles of niets, en nu dus niets.

Op zich zou het geen ramp zijn als het in Amstelveen niet zou lukken. Ik wist na alle trainingen waar ik stond en het zou hoe dan ook een prima opstap zijn geweest naar het triathlonseizoen. Los daarvan vind ik de structuur van gedisciplineerd trainen erg prettig dus alle ‘ontberingen’ zouden niet voor niets zijn. Maar goed, het is wel prettig als het harde werken beloond wordt en daarnaast zou ik het ook wel fijn vinden om de bevestiging te krijgen dat mijn sub-3 in 2016 geen one-hit wonder was.

Na Ironman Maastricht ben ik mijn eigen trainingsschema’s gaan maken en voor deze marathon heb ik de voorbeiding die ik van Eric van der Linden in 2016 voor Rotterdam heb gekregen als uitgangspunt genomen. Dat betekent veel lange duurlopen in Z1, veel progressieve duurlopen (van Z1 naar Z4, om hardlopen met vermoeide benen te simuleren) en veel intervallen (10×4 minuten in Z4 met 1 minuut rust tussendoor), dat soort werk. Daarnaast zorgde ik er wel voor dat ik goed herstelde door minder belangrijke trainingen te skippen of aan te passen als ik moe was en voldoende te slapen. Ook heb ik het idee dat yoga een positieve impact heeft. Op zich heb je niet heel veel flexibiliteit nodig bij hardlopen, maar iets makkelijker en soepeler bewegen kan in mijn geval geen kwaad. Focus op de juiste lichaamshouding en ademhaling is ook erg nuttig.

Lentemarathon 2019

Goede vriend Erwin, die in Amstelveen woont, kon de marathon door een blessure niet lopen en zou mij begeleiden op de fiets. De start was op een atletiekbaan stipt om 10 uur. Aangezien de weersverwachting prima was startte ik in het kort, met een mouwloos loopshirt. De eerste kilometer ging zoals gebruikelijk veel te snel, maar eigenlijk vind ik dat altijd wel prettig om mijn hartslag naar de gewenste zone te krijgen. Al was 3m48s wellicht iets overdreven. Het was de bedoeling om te starten ergens aan de onderkant van de helft van Z3, wat een hartslag van 170 betekent. Daar zat ik na een kilometer op, maar de tweede kilometertijd van 4m12s viel nogal tegen en correspondeerde niet met mijn gevoel. Ik had niet het idee dat mijn Garmin de kilometers correct registreerde door de tunneltjes en hoge gebouwen, en later in het bos en de totale afstand kwam ook niet overeen met wat het zou moeten zijn.

Het was niet heel erg druk vooraan en ik besloot bij afwezigheid van wind, en derhalve afwezigheid van de noodzaak om in een groepje te lopen, alleen te blijven. De intensiteit was prima, mijn benen voelden goed en het tempo was naar behoren. In Rotterdam 2016 viel mijn tempo een beetje tegen bij deze hartslag en moest ik al vroeg gaan forceren, nu kon ik voor mijn gevoel rustig aan doen en gingen de kilometers makkelijk tussen de 4:00-4:10. Het was veel draaien en keren, zonder dat dat al te veel stoorde en af en toe werd ik ingehaald en af en toe haalde ik iemand in. Bij kilometer 9 stond Erwin me op te wachten en was ik niet langer afhankelijk van verzorgingsposten om te drinken.

Een marathon kan je mentaal op een aantal manieren indelen. De 10-10-10 methode (10 mijl-10 mijl-10 kilometer) is een optie, maar ik vind de 4x10km eigenlijk prettiger, waarbij de eerste 2×10 kilometer als je goed bent redelijk vergelijkbaar zijn. Dat was nu ook het geval, de eerste helft ging zonder drama en zonder al te veel inspanning, maar wel sneller dan ik had verwacht. Na de eerste helft ging het tempo iets omlaag, bij een constante hartslag. In Rotterdam moest ik hier nog meer pushen voor dit tempo maar dat was nu niet echt nodig. Ik koos ervoor om niet te veel te forceren met het oog op de laatste 10 kilometer, het tempo was nog prima werkbaar.

Na 30 kilometer wist ik dat het wel heel erg gek moest gaan lopen wilde ik niet onder de 3 uur uitkomen. Dat was enerzijds een fijne gedachte, maar anderzijds verdween daarmee ook de motivatie om het onderste uit de kan te halen en was ik wellicht iets te voorzichtig. Ik voelde me nog goed, ik kon de intensiteit die ik had vasthouden en het tempo bleef prima, maar echt supergoed voelde ik me niet. Dat was echter voldoende om nog wat mensen in te halen en uiteindelijk als tiende de finish te bereiken in een chip-tijd van 2 uur, 55 minuten en 13 seconden. De afstand op mijn Garmin was aan de korte kant, maar dat kwam volgens mij grotendeels door de verstoringen door tunnels, gebouwen en bos. Op afstandmeten.nl wordt wel de volledige afstand gehaald in elk geval. Dit was een verbetering van mijn vorige pr met ruim vier en een halve minuut en mijn tweede sub-3 marathon. De blijdschap was een stuk minder dan in Rotterdam, eigenlijk ook omdat ik het laatste gedeelte van de marathon redelijk mechanisch kon uitlopen in de wetenschap dat het toch wel een pr zou worden. Rotterdam 2016 liep ik toen op de grenzen van mijn kunnen en was het tot de laatste meters spannend of het zou lukken, dit was niet meer dan de logische uitvoering van een plan zonder al te veel spanning. Maar achteraf ben ik toch wel blij, de bevestiging dat Rotterdam geen eenmalige bevlieging was en het feit dat ik er nu vanuit kan gaan dat met een goede voorbereiding een sub-3 tot mijn repertoire behoort is erg fijn. De vraag is nu wel wat ik qua marathons wil. Heel veel rek in mijn tijd is er denk ik niet (wellicht nog een minuut of 3-4), maar ik weet niet hoe graag ik dat uitvinden. Het is nog niet relevant, aangezien het belangrijkste doel van dit jaar is om in Hamburg een Ironman onder de 10 uur te finishen. En daarna kijk ik wel verder.

Overall ben ik dus 10e geworden in Amstelveen, met 8 man binnen anderhalve minuut achter me. Het startveld was met ongeveer 300 man op de hele marathon een stuk groter dan vorig jaar en de winnende tijd was een kleine 2 uur 35 minuten. Dit jaar waren er 21 finishers onder de 3 uur, vorig jaar waren dat er maar 5.

Nu vol in training voor Ironman Mallorca 70.3 op 11 mei, wat de eerste triathlon van het jaar gaat worden.