Op zondag 22 mei ben ik veranderd in een triatleet, evenals Erwin en Sven. Dit gebeurde in Weert met veel zon en wind en na enkele maanden specifieke trainingsschema’s van Koen de Haan van Trivelo.
Aangezien de langste afstand die ik non-stop had gezwommen zonder te rusten 300m was maakte ik me een beetje zorgen over het zwemonderdeel. Anderhalve kilometer zwemmen door een kanaal met eenden, een grote boot, kroos en 150 triatleten die stijf van de adrenaline staan is iets anders dan een paar baantjes chloorwater in het zwembad. Gelukkig hielp mijn wetsuit behoorlijk. Als ik dreigde te verdrinken kon ik me altijd op mijn rug draaien en blijven dobberen. Dat is overigens een erg prettige ervaring, heb ik in zee ondervonden.
Na het startschot ben ik rustig mijn eigen tempo gaan zwemmen, daarbij zo min mogelijk gebruik makend van mijn benen. Mijn langzame tempo zorgde ervoor dat ik in elk geval weinig last had van zwemmers om me heen. Na 375m kwam het keerpunt en zag ik dat ik 8 minuten onderweg was. Maal 4 maakte een verwachte eindtijd van 32 minuten. De terugweg was echter tegen de wind en dus stroming in en hier deed ik iets langer over. Vlak voor ik halverwege was kwam de snelste man me voorbij. Hij bleek uiteindelijk ruim twee keer zo snel te zijn als ik. Om dat in perspectief te plaatsen, bij het fietsen zou dat betekenen dat hij gemiddeld 74 km/u zou fietsen.
Op drie kwart, bij het voor de tweede keer ronden van de boei, zag ik dat ik aller- maar dan ook allerlaatste lag. Op dat ogenblik kon dat me niet eens zo heel veel schelen, ik was blij dat ik nog leefde en nog aan het zwemmen was.
Vlak voor de finish zag ik nog iemand spartelen en het gevecht om (het voorkomen van) de laatste plaats wilde ik wel aangaan. Ik ben wat meer mijn benen gaan gebruiken en kwam voor de nummer laatst het water uit. Theo van der Staak uit Westervoort, bedankt voor je deelname! Verdwaasd liep ik over de kade, met elastieken benen en behoorlijk duizelig. Maar erg trots op mezelf. Anderhalve kilometer non-stop borstcrawl en niet eens laatste geworden! Het is wel duidelijk dat ik nog flink aan mijn techniek moet schaven.
T1, de wissel van zwemmen naar fietsen, ging niet echt soepel. Mijn wetsuit ging wel eenvoudig uit, maar ik had besloten om sokken aan te doen en gebruikte mijn gewone fietsschoenen. Daarna ging ik het fietsparcours op door de verkeerde ingang, die eigenlijk de uitgang was, waarna ik terug moest komen en ook bleek dat ik mijn startnummerband nog niet omhad. T1 ging in 3m47s, wat de 106e tijd zou zijn. Het schoot nog niet echt op dus.
Blij dat ik op de fiets zat gaf ik meteen gas om er achter te komen dat we vol wind tegen hadden. De 34 km/u veranderde langzaam in 27 km/u. Het duurde even voordat ik een beetje gevoel in mijn benen kreeg. We moesten 7 rondjes fietsen van bijna 6 km. Met wind mee kwam ik zonder problemen boven de 50, dat zegt denk ik genoeg. Sven haalde ik in rondje 2 in, maar Erwin kwam niet in het vizier. In de laatste rondje zag ik hem bij het keerpunt en heb nog even flink aangezet, zodat ik hem tijdens het fietsen nog kon inhalen. Mijn gemiddelde fietssnelheid was 35,5 km/u, wat me erg meeviel gegeven de omstandigheden en mijn slappe benen na het zwemmen. Daarnaast was dit mijn eerste ervaring met tijdrijden. Mijn fietstijd was de 48e totaal. Erg geestig dat ik tegelijkertijd met Erwin in T2 aankwam. Hij fietst dus zoveel langzamer als ik langzamer zwem. Of zoiets. Mijn snelste fietsrondje was de vierde in 9m40s, mijn langzaamste de 2e in 10m26s.
T2, de wissel van fietsen naar lopen, ging zonder al te veel problemen. Ik deed hier 1m21s over wat de 68e tijd was. Van het lopen had ik wel wat verwacht, daar ben ik normaliter relatief goed in. Mijn benen voelden wederom alsof ze van elastiek waren en ik had enorme steken in mijn zij. We moesten 5 rondjes lopen van bijna 2km. Na de eerste ronde ging het een stuk beter en kon ik richting mijn normale tempo gaan. Minus 10% dan. En eigenlijk nog iets langzamer. Het eerste rondje ging in 9m34s, de laatste in 8m35s en daar heb ik nog wat mensen ingehaald. Gemiddeld dus 12,5km/u gelopen, en dat valt me niet eens zo heel erg tegen. Mijn vorige 10 kilometer liep ik in 40 minuten (maar dat was in 2005). Hier liep ik 9,5km in 45m46s, wat de 75e tijd was. Met name het lopen moet echt sneller kunnen.
Mijn totaaltijd was 2u40m45s, dus boven de streeftijd van 2u30m (waarmee ik overigens ook pas 65e zou zijn geworden). Erwin is 102e geworden met 2.49.02 en Sven 107e met 2.53.10. Het was een bijzondere ervaring waaruit is gebleken dat triathlon toch echt meer is dan de som der drie delen. Het wisselen is te trainen, maar met name de overgangen van de ene naar de andere discipline waardoor je niet op je normale niveau kunt fietsen en lopen zijn bizar. De gemiddelde deelnemer aan een triathlon is iets beter getraind en heeft iets mooiere spullen dan de gemiddelde cyclodeelnemer. Bij de meeste cyclo’s waar ik start kom ik wel in de top 10% terecht. In Weert ben ik blij dat ik niet tot de laatste 10% behoor.
Over een maand is de triathlon van Zandvoort. Dat is ‘slechts’ één kilometer zwemmen (maar wel in zee). In Weert hebben we alledrie ervaring opgedaan en een mooie ‘marker’ neergezet. In Zandvoort moet het dus gaan gebeuren!
Voor de geïnteresseerden staan hier de uitslagen van de Olympische afstand.