Triathlon Amsterdam Nieuw West 17 juni 2012

De voorlopig laatste reguliere triathlon was de thuiswedstrijd in Amsterdam. Net als in Weert ging het om een olympische triathlon, en na de ‘middenafstand’ in Nieuwkoop was ik niet meer nerveus over de (zwem)afstand. Ter voorbereiding had ik een nieuw paar loopschoenen gekocht dat speciaal ontwikkeld was voor de triathlonsport, de Pearl Izumi Iso Transition. Op woensdag probeerde ik deze schoenen kort uit, maar na ruim 3 kilometer had ik mijn linkerhiel tot bloedens toe van blaren voorzien en besloot ik ze maar eens uit te doen. Misschien is het een beter idee om schoenen eerst met sokken in te lopen. De terugweg heb ik hardgelopen op blote voeten, wat een paar dagen serieuze spierpijn in mijn kuiten tot gevolg had.

Een uurtje hardlopen op zaterdag maakte duidelijk dat lopen geen probleem was, maar ik besloot wel mijn vertrouwde en zeer goed ingelopen Brooks te gebruiken voor de triathlon. De start zou om 12:30 zijn, dus op vaderdag kon ik enigszins uitslapen en rustig alle (zelfgemaakte) cadeaus in ontvangst nemen. Het was droog en warm, wat een flinke verbetering was ten opzichte van Nieuwkoop twee weken eerder. Daar was het erg nat en erg koud. Wel waaide het behoorlijk, maar daar kon ik mee leven.

Het zwemmen zou plaatsvinden in de Sloterplas en de wisselzone was bij restaurant ‘Opium’. We moesten ongeveer 200 meter zwemmen naar de start, wat betekende dat ik eindelijk eens fatsoenlijk ingezwommen zou zijn voordat het startschot klonk. Deze keer besloot ik om redelijk vooraan te starten, aangezien er genoeg ruimte in de breedte was om niemand in de weg te zwemmen. Op sommige plekken kon je de bodem van de Sloterplas goed zien, wat ik wel prettig vond. Ik had me voorgenomen om te proberen iets harder te zwemmen, voorzover dat mogelijk was. Dit wilde ik voornamelijk doen door meer gebruik te maken van het drijfvermogen van mijn wetsuit en zo horizontaal als mogelijk te blijven. Vergeleken met Weert is dat ook gelukt. Ik heb per minuut gemiddeld 31 slagen gemaakt, vergeleken met de 30 slagen per minuut van Weert, maar mijn kilometertempo was nu 17m48s vergeleken met de 20m05s van Weert. Mijn Garmin gaf aan dat ik 1.66km gezwommen had, wat waarschijnlijk kwam doordat ik de aloude zwemwijsheid dat de korste afstand tussen twee punten een rechte lijn is even vergeten was.

Het zwemmen voelde lekker aan, mijn ritme was goed en ik versnellen als ik dat wilde. Bij het verlaten van het water zag ik een tijd onder de 30 minuten en een afstand ruim boven de 1.5km, dus op dat moment was mijn dag al helemaal geslaagd. Om dit in perspectief te plaatsen, ik realiseerde hiermee de 122e tijd van de 136 starters en ben dus nog steeds een slechte zwemmer. Als ik naar mijn progressie kijk ten opzichte van Weert dit jaar, en met name ten opzichte van Weert vorig jaar, dan ben ik echter zeer tevreden. Als ik volgend jaar nog zo’n stap maak qua verbetering van mijn tijd dan kom ik als eerste het water uit.

T1 ging redelijk soepel, al zou ik mijn wetsuit nog iets sneller uit moeten kunnen krijgen. Ik verliet de wisselzone tegelijkertijd met vriend Sven, die 1m22s sneller was dan ik met het zwemmen. Mijn T1 tijd was de 31e overall, maar in absolute tijd gezien heb ik hier veel goed gemaakt ten opzichte van de mensen die met sokken en fietsschoenen in de weer gingen.

Na 10 seconden op de fiets zat mijn hartslag op de 180, waarna ik probeerde in een ritme te komen. Ik heb met name op hartslag gereden (bij vooralsnog gebrek aan een vermogensmeter) en geprobeerd rond de 170 te blijven. Het leek alsof de wind van alle kanten kwam, hij was nooit echt tegen en nooit echt mee. Gekoppeld aan een kort (maar autovrij) parcours dat acht keer afgelegd moest worden en voorzien van twee 180 graden bochten waar je bijna stapvoets doorheen moest zou de gemiddelde snelheid niet al te hoog liggen. In de grafiek van Garmin is dit goed te zien, de snelheid gaat terug naar 10-12 km/u in de kortste haarspeldbocht. Ik begon redelijk wat mensen in te halen en de eerste keer dat ik ingehaald werd was door de motor die voor de koploper reed. Op Mylaps wordt elke rondetijd weergegeven (althans, ik zie er 7 dus ik denk dat het eerste rondje niet is meegenomen). Mijn snelste rondje was in 8m11s en mijn langzaamste in 8m15s, een verschil van 0.81%. Geen idee of dat goed is of dat dat iets zegt, maar feit is wel dat ik erg stabiel heb rondgereden. Mijn gemiddelde hartslag tijdens het fietsen was 168, wat een stuk beter is (en een stuk beter aanvoelde) dan het fietsen in Weert. De nieuwe positie die Chris Brands me heeft aangemeten begint zijn vruchten af te werpen. Met een gemiddelde van 37.2 km/u deed ik 1u06m45s over de 41.34 km die mijn Garmin aangaf. Dit bleek uiteindelijk goed voor de 14e fietstijd en daar was ik erg blij mee.

Ook T2 gaat een stuk sneller als je de schoenen aan je pedalen kan laten zitten. Na 1m16s begon ik aan het lopen, en passant (pun intended) mede-MDD26-ganger Ton inhalend. De eerste twee kilometers gingen in 4m10s elk, wat gegeven mijn hartslag prima was. Daarna begon het echter een beetje in te zakken, al bleef mijn hartslag wel op hetzelfde niveau. Misschien dat ik hier de prijs voor de inspanning tijdens het fietsen betaalde. Er moesten vier rondjes gelopen worden onder een inmiddels flink brandende zon. Het was erg geestig om andere deelnemers tegemoet te lopen en je relatieve positie ten opzichte van anderen te kunnen bepalen (of mensen die het nodig hadden aan te moedigen). Na 43m16s en 10.06km werd ik tegengehouden door een NTB-official die me maande om de rits van mijn trisuit dicht te doen. Het duurde even voor ik doorhad wat hij bedoelde, maar toen mocht ik toch nog finishen. Mijn looptijd was de 33 snelste tijd en vrijwel even snel als in Weert eerder dit jaar, met vrijwel dezelfde hartslag. Vergeleken met het zwemmen en fietsen viel dat eigenlijk een beetje tegen, maar zoals gezegd kan dit ook het resultaat zijn van het snellere zwemmen en fietsen. En dan valt het eigenlijk wel mee.

Totaal deed ik 2u22m34s over de triathlon wat me een 45e plek opleverde. Als ik nou een keertje fatsoenlijk leer zwemmen dan wordt het nog wat. De 33e zwemtijd was 21m03s. Als mijn zwemmen vergelijkbaar wordt met mijn lopen dan kan er dus nog bijna 8m30s van mijn zwemtijd af en dan sta ik ineens 19e. Maar goed, keep on dreaming. En belangrijker, keep on training. Het was een erg inspirerende triathlon, waar ik tot het einde kon blijven pushen. Een heel ander verhaal dan Weert dus.

Ondanks het draai-en-keerfietsparcours was het een erg leuke triathlon waar veel bekenden aan meededen. Voordat ik me ga richten op de training voor de hele triathlon van Barcelona eind september staat er over twee weken eerst de Dolomieten Marathon op het programma.