De jaarlijkse clubkampioenschappen van mijn triathlonvereniging IZGS zijn vernoemd naar de vorig jaar overleden clubgenoot Nico ten Bosch. Dit jaar was de wedstrijd op zondag 14 april en na enkele lichte sneeuwbuien op de zaterdag hiervoor was het afwachten wat het weer zou doen. Gelukkig viel het mee en ondanks een beetje wind en kou hoefden de spijkerbanden niet gemonteerd te worden. Een nieuwigheidje was de introductie van een aparte 45-plus categorie en dit was mijn voornaamste doel. Als er niet gezwommen wordt ben ik meestal iets verder naar voren te vinden dan normaal.
Het lopen en fietsen vond plaats op Wheelerplanet bij Spaarnwoude en na een parcoursverkenning op maandag met mijn tijdritfiets wilde ik met name bij het fietsen lekker gas geven. In de dagen daarop volgend sliep ik slecht, waren er iets te veel stressverhogende factoren en was ik gewoon moe. En daardoor eet ik ook meteen slechter, waardoor ik ook weer slechter slaap etc etc. Het was dus even afwachten hoe de vorm zou zijn. Soms kickt je lichaam in de wedstrijdstand en heb je een topdag, en soms gebeurt dat niet en wordt het een tobdag.
De opkomst op zondag was goed en iedereen gebruike de run-bike-run ook een beetje als voorbereiding op het triathlonseizoen. Zelf had ik nieuwe snelveters in mijn schoenen gedaan die ik wilde uitproberen en ook de wissel van fietsen naar lopen en het lopen na fietsen zou voor het eerst dit jaar gebeuren. Rond half twee werd gestart en de twee favorieten Tim en Melvin gingen weg alsof het een 100-metersprint was. Voor mijn gevoel liep ik wel lekker en ik lag derde, dus heel druk maakte ik me niet om de afstand die steeds groter werd tussen mij en de twee koplopers. Na één kilometer gaf mijn Garmin 3m32s door en dit was iets te veel van het goede. Hierna kwam ik in mijn ritme en kon ik lekker doorlopen. Bij dit soort korte afstanden die met een intensiteit rond de anaerobe drempel worden gelopen is het altijd even afwachten of ik kramp in mijn lever of milt krijg. Als dat gebeurt is dat na 10-12 minuten en dan moet ik iets tempo terugnemen. Gelukkig was dit nu niet het geval en kon ik lekker blijven lopen. Halverwege kwam Jeroen Kos me voorbij en het verbaasde me eigenlijk dat dit niet eerder was gebeurd. Kortom, het lopen ging gewoon lekker zoals het hoort. Ik kon Jeroen op schootsafstand houden en het was mijn plan om hem bij het fietsen te passeren en voldoende afstand te nemen voor de laatste 2.5km lopen.
De eerste 5km liep ik net binnen de 19 minuten en daar was ik bijzonder tevreden mee. Aangezien de afstand iets langer was werd mijn eerste run op 19m34s afgeklokt. De wissel naar het fietsen ging soepel maar de eerste paar pedaalslagen zeker niet. Fietsen na lopen had ik niet getraind en het kostte even moeite om een ritme te vinden. En eigenlijk heb ik dat ritme nooit gevonden. Op maandag had ik een paar rondjes gereden met verschillende wattages en dito snelheden om een aantal scenario’s te hebben, maar daar kwam ik nu absoluut niet aan. Op dit soort korte afstanden zou je rond je FTP moeten trappen maar ik had moeite om boven de 250 watt te komen. Op een gegeven moment haalde ik Jeroen wel in, maar na anderhalve ronde pakte hij me weer terug. Uiteindelijk deed ik een kleine 31 minuten over de bijna 19km fietsen, wat een prima tempo is op een halve triathlon. Op zich heb ik genoeg kilometers gemaakt op de tijdritfiets, dus ik denk dat vermoeidheid hier een rol speelde. Al is het raar dat dat bij het lopen veel minder invloed lijkt te hebben. We moesten op de lange afstand vier rondjes lopen, zes rondes fietsen en tenslotte twee rondjes lopen waarbij het bij het lopen tegen de fietsrichting inging en daardoor zag je je clubgenoten regelmatig en werden er regelmatig heen en weer aanmoedigingen geroepen. Het is ook wel eens leuk om aan een wedstrijd mee te doen waar je alle deelnemers kent.
Anyway, nadat ik iets te snel aan kwam fietsen in T2 (ik was blij dat ik niet onderuit ging toen ik van mijn fiets sprong) verliep de wissel verder voorspoedig. Ook het lopen ging lekker, al voelde het alsof mijn passen nog veel korter waren dan normaal. Volgens mijn Garmin was mijn cadans hier gemiddeld 198, dus dat kan ook wel kloppen (al was dit ook al 195 tijdens de eerste 5km). Melvin liep een eindje achter me en dit motiveerde me wel om door te lopen zodat hij me niet op een ronde zou zetten. In mijn tweede rondje liep ik naar Rody toe, wat geen pannenkoek is en een concurrent in de 45-plus categorie, waardoor ik toch nog iets kon versnellen. Ook zag ik Jeroen voor me lopen. Te ver om hem in te halen, maar dichtbij genoeg om toe te slaan als hij een moment van zwakte zou vertonen. Helaas gebeurde dit niet en finishte ik 23 seconden achter hem op een vierde plek overall. Melvin was als eerste over de streep gekomen met Tim iets achter hem maar ruim voor Jeroen en ondergetekende. Gelukkig zijn zij alledrie jonger dan 45 jaar zodat mijn doelstelling voor de dag om de 45-plus categorie te winnen was behaald.
Het lopen, en met name het lopen na het fietsen, ging erg goed dus dat stemt tot tevredenheid. Het fietsen ging zoals gezegd minder, maar daar maak ik me niet zoveel zorgen over. De komende tijd gewoon veel kilometers maken en twee keer per week een uurtje knallen bij Wattworks en dan komt het fietsen wel goed. Eerst zaterdag de Amstel Gold Race 240km fietsen en de donderdag erop naar Mallorca voor een weekje met mijn gezin (en mijn wetsuit/tijdritfiets/hardloopschoenen natuurlijk). Op zaterdag 11 mei volgt dan de eerste triathlon van het seizoen, de 70.3 vanuit Port d’Alcudia.
Hier de uitslagen en een verslag geschreven door Jeannet:
https://www.inzeergoedestaat.club/nieuws/nieuw-parcoursrecord-run-bike-run