Eindelijk mocht ik eens starten op het wereldkampioenschap Ironman. Het was geen Kona, maar wel het eerste WK buiten de Verenigde Staten en daardoor beter aan te reizen dan Hawaii (of St George, waar in de Coronaperiode ook eens het WK gehouden werd). In 2013 had ik de reguliere Ironman in Nice al eens gedaan en toen was dit mijn tweede hele. Tien jaar later ging ik op voor nummer twaalf. Vrienden Erwin en Ton haalden in 2013 ook de finish en gingen nu mee om me aan te moedigen en om het WK mee te maken. Sven en Johan vlogen ook naar het zuiden evenals mijn dochter Eva met haar vriend Ruben en mijn oudste zoon Joris. Leuk om ter plekke zoveel support te hebben!
Op donderdagochtend bracht mijn vrouw me naar Schiphol en een paar uur later keek ik uit over de Middellandse zee waar ik zondag een kleine vier kilometer zou zwemmen. Ik had een appartement gehuurd op loopafstand van alles waar ik moest zijn, dus een huurauto of taxi’s waren niet nodig. Nadat ik mijn fiets in elkaar had gezet en constateerde dat alles het nog deed kon ik een beetje relaxen. Vanaf dat moment is het heel rustig alles afvinken wat er moet gebeuren. Startspullen ophalen, beetje merchandise kopen, rustig nog wat trainen, fiets en wisseltassen inleveren en uiteindelijk klaarmaken voor de start. Het is lekker om daar voldoende tijd voor te hebben, en met een race op zondag vlieg ik dan bij voorkeur op donderdag.
Mijn supporters gingen lekker hun eigen gang en dat is geen straf in Nice. Ik ben vrijdagochtend een klein stukje gaan lopen met Tim, die ook bij mijn coach Marcel Gierman traint, en die ik in Zuid-Afrika heb leren kennen. We hebben gezellig weer bij kunnen kletsen en even kunnen proeven aan de warmte op de boulevard d’Anglais. ‘s Middags kwam Olaf erbij om te zwemmen. Het zou erom spannen of het dragen van een wetsuit toegestaan zou zijn. De grens is een watertemperatuur van 24.5 graden. Daarboven is het trouwens ook helemaal niet lekker om een wetsuit aan te hebben. We zwommen nu in elk geval zonder, maar met swimskin. Dit is een pakje (zonder neopreen) dat je over je trisuit draagt waardoor je iets harder zou moeten gaan. Het water was erg zout, een stuk zouter dan de Noordzee, maar verder wel heerlijk.
Mijn dochter Eva werd zaterdag 21 en dat hebben we gevierd met een gezamenlijk ontbijt waar iedereen voor haar heeft gezongen, erg gezellig! Ik ben daarna nog even mijn fiets uit gaan proberen, maar door de drukte ben ik niet heel ver gegaan. In de middag kon ik mijn fiets en de tassen voor de wissels inleveren en de lange wisselzone even verkennen. Om zoveel mogelijk rust te pakken ben ik op tijd naar het appartement gegaan en heb zelf wat pasta gekookt. De nachten ervoor had ik prima geslapen en op de dag voor de wedstrijd probeer ik op tijd horizontaal te gaan en dan merk ik wel hoeveel slaap ik pak. Dat bleek toch zes en een half uur te zijn met een slaapscore van 75. Voorwaar niet slecht de nacht voor een Ironman! Zeker niet met een wekker die om vier uur afgaat. Ik zou pas om half acht starten, maar ik heb graag de tijd om rustig wakker te worden. Genoeg koffie, douchen, ontbijten, vooral geen haast. Nadat ik mijn banden had opgepompt en mijn fiets verder had klaargemaakt ben ik weer terug naar het appartement gegaan om de tijd tot de start uit te zitten. Op dat moment is alles klaar, je materiaal, jijzelf, en hoef je alleen nog maar die triathlon te doen. Ik heb geleerd om daarvan te genieten. Evenals van de atmosfeer rond de start met gespannen triatleten om je heen die zich voorbereiden op een lange dag vol pijn.
Inmiddels was bekend gemaakt dat het een non-wetsuit swim zou zijn. Prima. Met wetsuit is iets sneller, zonder lekkerder. Ik had weinig ambities. Na Zuid-Afrika, waar ik echt wilde scoren en dat ook gedaan heb, en Roth, waar het goed ging tot aan het lopen, had ik moeite om te bedenken wat ik in Nice wilde doen. Vooraan in mijn Agegroup zou ik niet meedoen, een pr neerzetten zou hier ook zeker niet lukken. Toen tijdens mijn vakantie het aantal slots voor Kona 2024 bekend werd gemaakt voor de najaarsraces wist ik dat ik geen poging zou wagen om me daar te kwalificeren en besloot ik om iets meer vakantie te gaan vieren. In Nice wilde ik voor de finish en de medaille gaan, en uiteraard wilde ik die finish wel zo snel mogelijk halen, maar de 99% focus die er voor bijvoorbeeld Zuid-Afrika was was nu niet aanwezig. Na mijn vakantie heb ik nog wel goed getraind en ik voelde me ook sterk, maar ik moet zeggen dat twee weken te veel eten en drinken best veel impact hebben gehad, daar schrok ik wel van.
Anyway, een lang verhaal, ik wilde de finish halen en als het mee zou zitten onder de elf uur en acht minuten van 2013. Aan het zwemmen zou het in elk geval niet liggen. Nadat mijn startschot had geklonken, ruim een half uur na dat van de pro’s en ook nadat veel andere Agegroups vertrokken waren, koos ik het ruime sop en kwam meteen al lekker in mijn slag. Het voelde gewoon goed en sterk, en dat heb ik niet zo vaak met zwemmen. Uiteindelijk kwam ik in een lekker groepje terecht en als het nodig was kon ik het gat dicht zwemmen. Ook had ik niet het idee dat ik door Jan en alleman werd ingehaald. Sterker nog, op een gegeven moment begon ik mensen in te halen die vijf of tien minuten voor me gestart waren. De meters telden lekker snel af. We moesten twee keer een out-and-back zwemmen en kwamen dus halverwege weer bij de kust. Ik heb verder geen rare dingen meegemaakt. Geen kwallen gezien, af en toe een beetje drukte en aan het einde van de twee keer op en neer iets meer deining. Ondanks dat ik geen wetsuit droeg was ik eigenlijk een beetje teleurgesteld toen ik één uur en elf minuten op mijn klokje zag. Uiteindelijk was mijn zwemmen relatief gezien de beste prestatie van de drie, dat is nog nooit gebeurd in een triathlon (en dat zegt meer over het fietsen en lopen, daar kom ik nog op terug). Het betekent ook dat het zwemmen nu geen grote handicap meer voor me is. De laatste drie keer dat ik de volle 3.8km heb afgelegd (in Zuid-Afrika was het zwemmen ingekort) was rond deze tijd en hiermee verlies ik niet zo heel veel tijd. Sterker nog, ik was hiermee sneller dan de latere winnaar in mijn Agegroup (ene Vinokourov).
Gemotiveerd door het lekkere zwemmen vloog ik door de eerste transitie. Dit ging gewoon heel lekker, ondanks een korte plaspauze, en voor ik het wist zat ik op de fiets. Joris heeft het hele stuk aan de andere kant van het hek meegelopen om te filmen, zo kreeg hij ook zijn workout. Vlak na T1 zag ik al iemand in de kreukels langs de kant liggen, daar was de flying mount niet helemaal goed gegaan. Benieuwd of hij zijn weg heeft kunnen vervolgen. Het eerste gedeelte van het fietsparcours was vlak en ik probeerde hier mijn fietsbenen te vinden. De totale route van 180km was één lange ronde met een kleine 2500 hoogtemeters. Loeizwaar dus, zeker met temperaturen van tegen de 30 graden. Maar wel een hele mooie route.
Na zeven kilometer reed ik achter lek. Mijn eerste gedachte was dat ik het niet goed had gevoeld. Mijn tweede gedachte was dat het misschien weg zou gaan als ik het zou negeren. Vrij snel daarna kwam de derde gedachte dat dat onzin was en dat ik toch echt een binnenbandje moest wisselen. Ik rijd nooit lek in wedstrijden en dat bleek. Toen ik mijn fiets langs de kant zette wist ik meteen dat ik niet de inbussleutel bij me had om mijn thru axle los te maken. Ik schaam me gewoon om dit op te moeten schrijven, maar hoop hiermee wellicht iemand te kunnen waarschuwen dat hoeveel ervaring je ook kan hebben je altijd moet blijven nadenken en vooral moet visualiseren bij dit soort zaken. Op de automatische piloot heb ik mijn reservespullen ingepakt. Binnenbandjes, check, CO2-patronen check. Je moet jezelf in gedachten echt een band zien verwisselen, welke spullen heb je dan in je handen. Zo had ik wel drie patronen bij me maar geen opzetstuk om die op mijn ventiel te krijgen. Geen paniek, wel een probleem. Gelukkig kwam er een Duitse toeschouwer die me te hulp schoot en een (Finse) kerel van zijn racefiets trok die gelukkig wel de benodigde spullen bij zich had. Ik had thuis wel geoefend met de ventielverlenger dus dat leverde geen problemen op. Het kostte me uiteindelijk een kwartier voor ik weer op weg was. De tijd was verder irrelevant en had uiteindelijk ook geen verschil gemaakt, het enige dat telde was dat ik weer kon fietsen. En hopelijk zou ik hierna niet meer lek rijden (wat gelukkig ook niet gebeurde). Later heb ik bij een technische post mijn achterband op 7 bar gezet, dat leek me wel zo lekker in de afdalingen.
Eindelijk was ik aan het fietsen en al snel ging het omhoog. Het parcours was anders dan in 2013. Nu 180 kilometer (in plaats van 172) en ruim 500 hoogtemeters meer. De eerste twee uur voelde ik me redelijk goed. Ik kon de wattages trappen die ik voor ogen had en haalde veel meer mensen in dan dat ik zelf ingehaald werd. Klimmen op mijn onlangs oranje gespoten Cervélo P3X ging prima en ik dronk genoeg water. Wel werd het langzaam minder. Ik begon me een beetje kortademig te voelen en de wattages zakten langzaam af. Halverwege bij het korte heen-en-weer stuk om er precies 180 kilometer van te maken stond Kelvin die voor Mylaps werkt. Leuk om even een bekend gezicht te zien. Ik had verwacht om zeker onder de zes uur te kunnen fietsen (exclusief de bandenwissel dan) maar het parcours was een stuk zwaarder en mijn vorm was een stuk slechter dus het is iets meer geworden. De afdalingen waren heerlijk. Ik kan snel en veilig dalen en heb zelf geen rare dingen gezien of meegemaakt. Later hoorde ik dat er wel degelijk een aantal valpartijen zijn geweest, maar ik vond het geen heel spannend parcours. Wel was het wegdek af en toe bar en boos maar dit stond bijna altijd goed gemarkeerd. En die stupide verkeersdrempels hoeven ook niet voor mij. Aan het einde was de koek echt op en ben ik rustig naar T2 gefietst. Uiteindelijk had ik ruim zes en een half uur over het fietsen gedaan. Ook zonder het wisselen van de binnenband zou dat gewoon niet snel zijn geweest. Het goede nieuws was dat ik het einde van het fietsen had gered zonder verdere technische mankementen of andere ellende.
Lekker een stukje lopen dus. En toen wist ik al dat dit mijn langzaamste hele triathlon zou worden, ook als ik mijn snelste marathon zou lopen. Dat laatste ging zeker niet gebeuren wist ik na de eerste paar stappen. Standje overleven ging aan en niet meer uit. Mijn hartslag was laag en werd alleen maar lager en ook mijn core temperatuur (die ik sinds kort kan zien via de dankzij Trikipedia en Triathlon World gewonnen core body temperature meter) liep niet hoog op. Bij elke verzorgingspost wandelde ik om met name veel te drinken (ook cola, de wonderdrank voor triatleten). Mijn supporters stonden vol enthousiasme te schreeuwen en dat gaf toch wel energie, ondanks de wetenschap dat ik nog ruim veertig kilometer moest lopen. Zo’n langzame marathon is eigenlijk helemaal niet leuk. Maar het stemmetje in mijn hoofd dat daarmee aan de slag gaat en me uit wil laten stappen heeft het al lang geleden opgegeven. Dat gaat niet gebeuren. Nu niet en nooit niet en dus is het simpelweg de ene voet voor de andere zetten tot je bij de finish bent.
Het loopparcours bestond uit vier keer de Boulevard d’Anglais op en neer. Heen tot aan het vliegveld, keren en dan hetzelfde stuk terug. De privéjet van Max Verstappen was elke keer duidelijk zichtbaar, maar Max heb ik niet gezien. Het was redelijk warm en ik heb me overal goed gekoeld, maar ik denk dat niet dat de temperatuur echt een grote rol heeft gespeeld. Het tempo was tergend langzaam. Dan ben je lekker aan het trainen met een mooie snelheid en dan loop je die marathon in kilometers van zes minuten of meer. Toen mighty missile Mitch (Wismans), die ook bij Marcel Gierman traint en in Klagenfurt heel knap zijn Agegroup 18-24 won, voorbij kwam liep hij rustig met mij mee aangezien zijn wedstrijd door een lange Dixiestop voor zijn gevoel toch naar de knoppen was (uiteindelijk werd hij alsnog 8e met een ruime sub-10). Hij liep toch net een tandje te hard en ik voelde meteen dat ik daar niet in mee moest gaan. Het was dus niet anders, pushen kon niet, dit was het.
Zelf heb ik ook nog een dixie bezocht, het is niet dat ik haast had, en dat liep een stuk prettiger daarna. Bij het gedeelte rondom start-finish was het goed druk en werd ik goed aangemoedigd door de supporters van de aanwezige Nederlandse triatleten. We hadden ook een appgroep met Tim, Mitch en Olaf en hun vrienden en familie. Gelukkig zag ik Tim ook op het loopparcours, dus iedereen was zonder kleerscheuren door het fietsen gekomen. Ik nam de tijd om de vrijwilligers bij de verzorgingsposten te danken voor hun inzet en gaf alle kinderen die dat wilden een high-five. Het is ook wel mooi om te zien hoeveel enthousiasme er is om kerels in strakke pakjes op slakkentempo heen en weer te zien lopen.
Na meer dan vier uur en twintig minuten kwam ik aan bij het finishgedeelte. Ik had het rijk alleen hier en na meer dan twaalf uur en twintig minuten stopte de tijd voor me. Dit soort wedstrijden zijn zoveel zwaarder dan wedstrijden die goed gaan en waar je een prestatie neerzet. Finishen is natuurlijk altijd een prestatie, maar dit was meer overleven dan racen. En die wedstrijden horen er ook bij. Ik denk dat met drie hele triathlons in één jaar, een zomervakantie die dicht op de wedstrijd zat en niet een hele scherpe focus dit een te verwachten resultaat is.
Het inschrijfgeld voor de reguliere Ironman Nice in juni ligt rond de 600 euro. Voor de WK-editie was ik zo’n 1500 euro kwijt. Waar die 900 euro heen zijn gegaan weet ik niet. De sfeer bij een WK is anders dan bij een normale wedstrijd, maar dat kwam meer door de deelnemers dan door wat Ironman ervan gemaakt had. Heel speciaal vond ik het niet. Ik had een beetje het idee dat het is als met een bruiloft. Als je een taart koopt dan kost die een bepaald bedrag, maar als je een bruidstaart wil dan is die twee keer zo duur. Zo is het bij een WK ook. Op maandag zijn we naar de ‘Banquet of Champions’ geweest. Het buffet met de prijsuitreikingen. De kaartjes voor de supporters waren 70 euro en ik hoopte op een mooi buffet met lokale producten (kazen, lekker brood, wijn etc). Wat we kregen was een buffet dat bij een tweesterrenhotel nog niet geserveerd zou worden, en dat vond ik toch wel jammer. Maar goed, geld is voor even en herinneringen voor altijd.
Of ik voor Kona wil gaan weet ik nog niet. Even afwachten hoe alles zich ontwikkelt en waar ik zin in heb. Ik wil graag nog een keer terug naar Nice om me echt te meten met de besten van de wereld, maar dan pak ik het wel anders aan. Nice is een geweldige omgeving voor een prestigieuze wedstrijd zoals deze.
Tenslotte grote dank voor mijn supporters ter plekke, het was geweldig om deze wedstrijd met jullie mee te mogen maken. En dank voor iedereen die op afstand mee heeft geleefd, ik was een complete dag bezig alle berichten te lezen en te beantwoorden.