Na de ironman distance triathlon van Barcelona zou Nice mijn eerste officiële Ironman worden. Met hoofdletter I, want onderdeel van de World Triathlon Corporation. Ik heb niet heel veel tegen commerciële organisaties, maar het verschil tussen een ironman en een Ironman vind ik nogal onzinnig. Maar wel slim van WTC.
Tijdens de eerste afdaling van het fietsparcours passeerde ik marshalls die rond een gevallen triatleet stonden. Bij de aanblik moest ik meteen denken aan de beelden van Fabio Casartelli die in 1995 viel in de afdaling van de Portet d’Aspet tijdens de Tour de France. Dezelfde lichaamshouding, ogen dicht en een grote plas bloed naast het hoofd. Bizar hoeveel je kan waarnemen als je tegen de 40 per uur fietst. Op dat ogenblik twijfelde ik niet aan de uitkomst en tijdens de marathon werd omgeroepen dat een 30-jarige Brit was overleden en werd een minuut stilte gehouden. Alle sportieve prestaties werden in een ander licht gezet. Op zich gebeuren er overal ongelukken, maar als het zo zichtbaar dichtbij komt is het toch anders. Op dezelfde dag is een deelnemer aan de Tour Tansalp, waar een aantal fietsvrienden aan meedoet, ook overleden aan de gevolgen van een valpartij. Een zwarte dag.
Al heel lang trainden en leefden ik en vier vrienden naar Ironman Nice toe. Sven moest vanwege gezondheidsredenen (bronchites en naar nu blijkt een longontsteking) afhaken, maar op woensdag vertrokken Erwin, Ton, Hans en ik naar Nice. Voor de anderen was het hun ironmandebuut. De dagen voor de wedstrijd bestonden voornamelijk uit rusten, prepareren (nee, niet zoals in de wielersport gebruikelijk is) en een beetje inzwemmen. Op donderdag hebben we het fietsparcours per auto verkend en werd duidelijk dat het serieus klimmen zou worden, maar dat de afdalingen niet supertechnisch en goed overzichtelijk waren. Het strand bestond uit nare keien in plaats van uit zand en de golven waren angstaanjagend in de middag. Tijdens de eerste zwemsessie heb ik geen normale slag kunnen maken.
Het inschrijven en inchecken van de tassen en de fiets ging verbazingwekkend snel en soepel. Blijkbaar is de organisatie niet helemaal in Franse handen. De wekker op zondag stond op 3:30, dus 3 uur voor de start van de wedstrijd. Na deze tijd een keer of 4 te hebben doorgegeven aan de receptie zou het helemaal goedkomen met ons ontbijt, en inderdaad stond er niets klaar aangezien we toch echt 5:30 hadden gezegd. Gelukkig kregen we het koffieapparaat aan de praat en werden iets later broodjes geserveerd. De vroege Flapjack leverde ook nog eens 600 kcal.
Na de banden te hebben opgepompt en de bidons en repen op de fiets te hebben gezet begaven we ons naar de zwemstart. De pro’s startten om 6:25 vanuit het water, een kleine 3000 agegroupers mochten 5 minuten later starten vanaf het keienstrand. Ik stond deze keer niet vooraan, wat een seconde of 5 kostte, maar daardoor kon ik redelijk normaal beginnen met zwemmen. Uit alle raceverslagen had ik begrepen dat het een grote worstelpartij tot aan de eerste boei (op ongeveer een kilometer) zou worden, maar mij viel het erg mee. Ik zwom redelijk tussen de grote groepen in en kon normale slagen maken. Alle anderen die ik sprak hadden deze ervaring niet en bevestigden dat het ironman zwemgedeelte een full-contact sport is. Aangezien er maar 5 boeien waren op 3800 meter was het me volstrekt onduidelijk welke kant ik opzwom. Zolang er mensen in mijn buurt waren ging ik er vanuit dat de richting in elk geval goed moest zijn. Na een meter of 2400 was er een landgang, maar tegen die tijd had mijn Garmin al een tijdje geleden het signaal voor de 5e 500 meter afgegeven. Ik zwom dus geen rechte lijnen van boei naar boei. Het laatste stuk van 1400 meter ging zonder problemen en eigenlijk was ik best lekker aan het zwemmen. Toen ik het strand weer opkwam stond er 1u22 op de klok en zag ik dat ik 4150 meter had gezwommen. Bijna 10% teveel, en toen ik later mijn route op de kaart zag kon ik niet geloven dat ik anderhalve maand alcoholvrij was geweest. Eenmaal uit het water hoorde ik een vrolijk ‘Hee, Caminada!’ achter me van Erwin, die naast me gestart was. Op de een of andere manier hadden we de route in exact dezelfde tijd afgelegd. Gelukkig kon ik hem in T1 afschudden.
De eerste wissel ging soepel, niet overhaast, gewoon strak zonder fouten. Al was het een behoorlijke afstand voordat je kon fietsen. Hans was door het zwemmen zo van slag dat hij zijn startnummer was vergeten en een flink eind voorbij zijn fietstas rende voordat hij ging bedenken wat hij ook alweer aan het doen was. De eerste 20 kilometer gingen langs de boulevard in de richting van het vliegveld en dan naar rechts langs de Var landinwaarts. Ik vond dit goed te doen, het was breed genoeg om mensen in te halen. Op het vlakke wilde ik rond de 220 watt trappen, wat bijna gelukt is. De adrenaline zorgde voor een wattje of 10 extra en dat was prima. Na een kleine 20 kilometer gaat het linksaf en krijg je meteen de steilste klim van de dag voor je kiezen. Denk Eyserbosweg en je hebt een vrij accuraat beeld. Hier haalde ik Ton in, die sneller zwemt (en op het vlakke ook sneller fietst), maar wiens specialiteit niet direct klimmen is. Hierna begon het normale klim- en daalwerk. Tijdens de beklimmingen wilde ik rond de 270 watt trappen. Dit lukte, maar ik voelde wel meteen al dat ik geen geweldige benen had en niets geks moest proberen. Na het zien van de eerdergenoemde valpartij beperkte ik me tot het uitvoeren van mijn plan, wat eigenlijk prima is tijdens een ironman, aangezien er ook nog gelopen moet worden. De beklimmingen gingen prima, al was ik erg blij met mijn 27 achter en de afdalingen waren niet technisch en goed overzichtelijk. Ik heb tijdens het fietsen 3 Powerbar repen, 4 zakjes powershots, een halve Flapjack, 3 bidons cola en ongeveer 5 bidons sportdrank naar binnen gewerkt. Gemiddeld ongeveer 450 kcal per uur, en dat was ook mijn plan. De col d’Ecre is een serieuze klim met mooie uitzichten. Voor een triathlon is dit een geweldig parcours, vergelijkbaar met hetgeen je ziet bij cyclo’s in de Alpen of de Dolomieten. Maar qua moeilijkheid wel een tandje of 2 minder. Van de keuze voor de tijdritfiets heb ik geen moment spijt gehad. Als je een beetje een sterke fietser bent raad ik dit ook aan. Tijdens de beklimmingen heb je nauwelijks last van de tijdritfiets en de afdalingen zijn niet moeilijk genoeg om de keuze voor een racefiets te rechtvaardigen. Tussendoor en aan het begin en het einde zitten genoeg vlakke wegen waar je goed tempo kan maken. Tijdens de afdalingen zette ik een nieuwe stap in mijn triathloncarrière door vanaf de fiets te plassen. Stoppen kost tijd en de urine is tijdens een ironman helder genoeg om niet al te smerig te zijn. Gewoon laten lopen dus. Het laatste stuk bergaf was lang en hier ging de gemiddelde snelheid weer omhoog. Ik heb hier rustig aangedaan en wilde niemand om me heen hebben. Dit heeft ongetwijfeld tijd gekost, die ik graag investeerde. De laatste 20 kilometer waren gelijk aan de eerste 20 en dus vlak. Gelukkig zonder de wind die hier wel eens schijnt op te komen. Na een kleine 173 kilometer stapte ik van mijn fiets en wisselde naar het lopen.
De marathon bestond uit 4 rondjes over de Boulevard d’Anglais richting het vliegveld en terug. In de praktijk was dit een mooi parcours met veel mensen die voor aanmoedigingen zorgden. Mijn voornaamste doel was een sub 3:30 marathon en ik ging weg op kilometers in 4:45. De eerste 5-6 kilometers lukte dit ook aardig, maar daarna zakte ik langzaam weg en heb ik geen kilometer meer onder de 5 minuten gelopen. Met het tempo zakte mijn hartslag ook weg en evenals in Barcelona besloot ik rond kilometer 17 om bij elk aid-station te gaan lopen om a. voldoende vocht en voeding binnen te krijgen en b. een excuus te hebben om af en toe te wandelen en c. een nieuwe doelstelling te hebben om tussen de aid-stations NIET te lopen. De combinatie van de hitte op het loopparcours en het lopen na het fietsen van een heuvelachtig fietsparcours zijn denk ik de redenen dat het niet heel soepel ging. Na de derde loopronde begon ik te rekenen of een sub-11 uur tot de mogelijkheden zou behoren, maar na een korte versnelling kon deze doelstelling bij de prullenbak. Uiteindelijk wist ik mijn marathon nog onder de 4 uur te houden en finishte ik de Ironman France in 11 uur, 8 minuten en 15 seconden.
Met name de marathon was een stuk langzamer dan ik wilde en ik kan hier niet een duidelijke reden voor aangeven. Waarschijnlijk hitte, fietsparcours, misschien eten tijdens het lopen. Het blijft een ingewikkelde puzzel waar foutjes enorm worden uitvergroot. Dat betekent wel dat deze afstand een uitdaging blijft en daarnaast is het finishen van een Ironman altijd een mooie prestatie. Er is niemand die nog iets over heeft aan de finish. Dat bleek toen ik na een tijdje op mijn hotelbed te hebben gelegen en te hebben gedouched weer terugging naar de Boulevard d’Anglais om Erwin en Ton aan te moedigen. Hans was voor mij gefinished in 10u40m, wat echt een geweldig debuut op deze afstand is. Helaas was hij zijn chip tijdens het zwemmen kwijtgeraakt, dus ik zal hem op zijn woord moeten geloven, en dat doe ik ook. Vanaf de finishboog ben ik Erwin tegemoet gelopen en na een kilometer of 4 kwam ik hem tegen. Wandelend, leeg en kapot. Na kilometer 120 op de fiets had hij geen voeding meer binnen kunnen houden, dus dat leeg mag letterlijk genomen worden. Na een eeuwigheid kwam hij bij de finish aan waar een eindsprint een waardig einde aan zijn Ironmanavontuur maakte. En pas hierna merkte hij hoe slecht hij zich voelde. Gelukkig was de medische tent dichtbij en konden de studenten geneeskunde los op een nieuw proefkonijn. Aangezien ik nog mijn deelnemerspolsbandje droeg kon ik in de medische tent komen en enigszins assisteren, wat voornamelijk bestond uit het doorgeven van de situatie aan Erwins bezorgde vrouw. Na een infuus voelde hij zich wel weer redelijk, en op dat moment kwam Ton over de finish. Het beeld herhaalde zich en terwijl Erwin richting het hotel vertrok mocht Ton plaatsnemen op een veldbed voor zijn infuus en behandeling van zijn blaren. Ironman is geen gezonde sport.
Is het absurd en verwerpelijk dat mensen zo ver gaan in een sportevenement dat ze medische hulp nodig hebben na afloop? Ik heb een uur of 2 in de medische tent rondgelopen en flink wat wrakken gezien. Als je dit te ver vindt gaan dan begrijp ik dat. Ik vind dit echter het ultieme bewijs dat de geest sterker is dan het lichaam. Iedere finisher beseft dat hij veel meer kan dan hij of zij voor mogelijk houdt. De Ironman afstand is een prima metafoor voor het leven op die manier. Uiteindelijk werd Ton ook ontslagen en kon ik aan het langverwachte bier. Niet dat dat geweldig smaakte, maar toch. Erwin en ik vlogen maandag pas ‘s avonds, dus we konden uitslapen en rustig lunchen in de zon met uitzicht op zee en kunstmatige heuvels.
Ironman Nice was ondanks de zwarte rand een geweldig evenement en een geweldige ervaring, ook al heb ik mijn doelstellingen niet gehaald. Het was mooi om met een aantal mannen hiernaartoe te leven en in Nice hadden we veel support van partners en de coach van Ton, Jason, die tips gaf. Met zijn sub 10 in Kona van 2010 namen we die ook ter harte.
What’s next? In elk geval de marathon van Amsterdam in oktober om eens eens een sub 3 te lopen. En daarnaast opent terwijl ik dit schrijf de inschrijving voor Ironman Germany over een uur of 12…
Met een drone is een erg gaaf filmpje gemaakt van de Ironman, met name de zwemstart rond minuut 1 is mooi om te zien: http://www.youtube.com/watch?v=xHfHu9ji_R8
Onderstaand de gebruikelijke plaatjes van mijn Garmin. Het is duidelijk te zien dat ik bij het zwemmen niet voor de snelste weg heb gekozen. Vergeleken met het zwemmen in Barcelona ben ik ruim een minuut sneller per kilometer. Ik heb hier: https://www.amstelracing.nl/?p=565 een analyse van mijn Ironman Nice beschreven, ter lering en voorbereiding voor komende Ironmen.