IZGS clubgenoot Kees wilde zich vorig jaar heel graag inschrijven voor Challenge Roth. Hij had deze wedstrijd al eens in 2017 gedaan en zelf stond ik in 2016 al eens aan de start. Zodra de on-line registratie opengaat is het een kwestie van seconden voordat alle startbewijzen vergeven zijn, dus je moet er heel snel bij zijn. Om zijn kansen te vergroten had ik beloofd om ook te proberen een registratiecode te krijgen. De uitkomst was dat ons dit allebei lukte en als het toeval zo beslist dan moeten we ook allebei maar aan de start staan.
Donderdag 22 juni reden we dan ook in de auto van Kees richting Greding. Ons hotel bevond zich op het zuidelijkste puntje van het fietsparcours, vlak voor de Kalvarienberg. Er was veel verkeer en de heenweg duurde behoorlijk lang. Niet in de laatste plaats vanwege de enorme aantallen Baustellen op de Duitse snelwegen. Gelukkig hadden we verder geen plannen voor die dag anders dan reizen en rusten. Van dat laatste kwam niet heel veel terecht toen bleek dat de airconditioning elke 5 tot 10 minuten een geluid gaf alsof er een wekker afging. Je werd er echt wakker van. Ook nadat ik de airco uit had gezet bleef het doorgaan, ik denk dat het een reinigingspompje was of iets dergelijks, op een gegeven moment hield het gelukkig op en kon ik (te laat) gaan slapen. De volgende dag bleek dat Kees exact dezelfde ervaring had in zijn kamer. We hebben de airconditioning niet meer aangezet.
Op vrijdag hebben we een rondje gefietst om weer even het parcours aan te voelen. De Kalvarienberg is de langste en steilste klim van de dag en het was goed dat we die al verkenden. In de middag hebben we de startspullen opgehaald en zijn we met helden Sebastian Kienle en Sam Laidlow op de foto gegaan. Dat was de actie voor de dag. Ook zaterdag was niet heel actief. Nadat we aan het begin van de middag onze fietsen naar de wisselzone hadden gebracht en de route door T1 hadden verkend gingen we naar Neurenberg om Saskia, de vriendin van Kees, op te halen. Ze was per trein naar het zuiden gereisd. Jammer genoeg is dat nog een enorme onderneming, het zou zo fijn zijn als je voor een normale prijs op een normale manier per trein door Europa zou kunnen reizen, maar dat blijft een utopie.
Saskia wilde ons zondagochtend wegbrengen naar de start. Parkeren was daardoor niet nodig net zomin als heel vroeg richting Hippolstein gaan, waar het zwemmen zou plaatsvinden. Normaliter ben ik voor de zekerheid als eerste in de wisselzone, nu had ik rustig maar wel precies alle tijd die ik nodig had. En daardoor kon ik pak hem beet een uur langer slapen dan normaal. Mijn zwemstart was al om 6u55, Kees zou 40 minuten later het startschot horen. En dat startschot, dat hoorde je. Toen om half 7 de pro’s vertrokken leek het alsof er wat explosief materiaal uit een niet nader te noemen periode uit de recente Duitse geschiedenis tot ontploffing werd gebracht. Er werd collectief geschrokken en daarna gelachen.
Het fijne van in het water wachten tot je mag vertrekken is dat alles is gedaan wat er moet gebeuren. De fiets staat klaar, de trainingen zijn uiteraard gedaan en er is niets anders meer waar je aan hoeft te denken of je druk om moet maken. En dat geeft een heerlijke rust. Alleen nog maar een stukje zwemmen, en daarna fietsen maar dat is nog ver weg. Aan lopen denk je nog helemaal niet. Er was ook geen specifieke druk om te presteren. Mijn motivatie is bijna volledig intrinsiek, maar na Almere vorig jaar waar ik eindelijk mijn sub-10 neerzette en Zuid-Afrika dit jaar waar ik me rechtstreeks kwalificeerde voor Nice had ik voor Roth geen andere doelen dan zo hard mogelijk te gaan, wat dat ook zou worden.
In tegenstelling tot de meeste triathlons start je in Roth het zwemmen in een vrij grote groep. De eerste 500 meter was het als vanouds vechten om je plekje en is er vrij veel contact met je mede-triatleten. Daarna kon ik redelijk normaal zwemmen. Het voelde goed, niet snel maar zeker ook niet langzaam. En aangezien het zwemmen in een kanaal plaatsvindt is de kans op verkeerd zwemmen of te veel afstand afleggen niet zo groot. Met name voor Kees was dit goed nieuws. Na ongeveer 2500 meter vond ik een paar voeten waar ik tot het einde achter ben blijven zwemmen. Er stonden onvoorstelbaar veel mensen rond het zwemparcours, dat motiveert toch wel. Na iets meer dan 1 uur en 12 minuten kwam ik het water uit. Redelijk vergelijkbaar met Almere en voor mijn doen een prima tijd die niet meteen demotiveert.
De eerste wissel verliep zonder drama. Ondanks het enorme aantal deelnemers zit je vrij snel op de fiets, ook omdat het niet ver lopen is naar en door transitie. Omdat je meteen de brug opgaat had ik voor het binnenblad geselecteerd, maar achter was de ketting blijkbaar op het kleinste kransje en dus het grootste verzet terechtgekomen. Ik denk door de constructie waarmee je je achterwiel vastzette in de wisselzone. Het resultaat was in elk geval dat ik niet kon terugschakelen en het duurde een kilometer voordat ik met een beetje gepruts weer de controle over mijn versnellingen had. Gelukkig kostte dit verder niet al te veel tijd en belangrijker nog, ik kon überhaupt schakelen. En toen was het simpelweg uitvoeren van het plan dat ik met Bestbikesplit.com had gemaakt.
Na een kort klimmetje na een kilometer of 15 kwam mijn ketting bij het opschakelen tussen mijn frame en mijn binnenblad terecht. Dat kan dus ook nog met elektronisch schakelen en ik denk dat ik iets te wild ben geweest met schakelen en trappen. Ik moest stoppen om alles weer goed te krijgen en dit heeft me ongeveer 1 minuut en 40 seconden gekost (zag ik aan het verschil in tijd tussen de Garmin op mijn stuur die pauzeert bij stilstand en de Garmin om mijn pols die dat niet doet). Rustig blijven was het devies en daar heb ik me aan gehouden. Het was nog niet heel warm maar wel windstil, dus goede fietsomstandigheden. Ik kon goed in aero blijven en overal de wattages trappen die ik vooraf berekend had. Bij de Kalvarienberg stond Saskia die weer naar het hotel was gegaan. De eerste ronde was voorbij voor ik er erg in had, maar niet voordat ik de Solarerberg had beklommen. Net als in 2016 was dit een geweldige ervaring, zo ongelofelijk veel mensen, door al dat enthousiasme voel je je benen echt niet meer.
In de tweede ronde waren er best veel atleten bezig die nog in hun eerste ronde zaten. Zij waren veel later gestart en ook zijn er in Roth veel estafetteteams die als laatste aan het zwemmen beginnen. De wegen zijn breed en goed genoeg, dus ik heb nergens last gehad van andere deelnemers (en zij ook niet van mij hoop ik dan maar). Mijn fietsbasis is goed genoeg en ook hier kon ik tot het einde zonder pijntjes in aero blijven en verslapte ik niet. Een fietstijd onder de 5 uur was dan ook het resultaat, wat de beste bikesplit is van de 11 hele triathlons die ik heb gedaan. Het parcours was iets te kort (zo’n 178km), maar mijn gemiddelde snelheid lag boven de 36km/u gemiddeld. En zonder die 1m40s was het nog iets sneller geweest. In mijn Agegroup had ik de 11e fietstijd van de 448 finishers en zonder mijn mechanische pech was dat de 9e tijd geweest. En dat zonder dat ik het idee had dat ik echt gepusht had of echt veel heb moeten inleveren.
In de tweede wissel geef je je fiets af en krijg je de wisseltas aangereikt, waarna een persoonlijke begeleider je helpt om je zo snel mogelijk het loopparcours op te komen. En dat gaat dus snel, ondanks het feit dat ik hier nog een korte plaspauze heb genomen. Bij het begin van het lopen zag ik dat ik 6u15m onderweg was. Ter vergelijking, bij de sub-10 in Almere duurde dit 10 minuten langer. Op dat moment was een sub-10 mijn minimale verwachting en een pr, bij voorkeur onder de 9u50, een realistische mogelijkheid. Maar je weet nooit hoe je je voelt en aangezien mijn hartslagband wat kuren had en ik mijn gevoel niet echt kon vertrouwen zo vlak na het fietsen had ik geen idee hoe het me verging die eerste kilometer. Die tikte na 4m15s af en ik wist dat ik iets te hard ging. Mijn hartslag kwam weer correct door en ik kon normaal gaan lopen. Goed voelde ik me zeker niet, maar dat zegt nog niet zoveel aan het begin van een marathon na 3.8km zwemmen en 180km fietsen. Ik had goede hoop dat ik me na een half tot een heel uur beter zou voelen of althans niet slechter. Tot die tijd moest ik gewoon doorbijten, de kilometers afvinken en tempo blijven houden.
En dat lukte de eerste 14km redelijk goed. Ik bleef de kilometers onder de 5 minuten houden, maar veel marge had ik niet en het voelde als te hard werken voor de fase waarin ik me bevond. Na een plaspauze om te kijken of dat zou helpen liep ik door en begon ik me steeds slechter te voelen. Je loopt in Roth grofweg drie lange stukken heen en weer. Het eerste stuk met het Main-Donaukanaal aan je linkerhand, dan een 180 graden bocht om vervolgens het kanaal 10km rechts te houden, wederom rechtsomkeert en na 26 kilometer ga je weer naar rechts voor het laatste heen-en-weerstuk. Op dat punt moest ik even stilstaan want ik voelde me echt niet goed. Ik had nog vage hoop dat ik tenminste een sub-10 uit het vuur zou kunnen slepen. Die hoop verging vrij snel, finishen werd het enige doel. Ik moest regelmatig wandelen en ik was blij dat ik nog een voorwaarste beweging kon maken. Tijdens een marathon heb ik heb me nog nooit zo slecht gevoeld. De laatste 14-16 kilometer waren dan ook echt niet leuk. De eerste 26-28 ook niet, maar toen ging het tenminste iets sneller.
Bij de verzorgingsposten nam ik uitgebreid de tijd om te drinken en te koelen, maar ook tussen de verzorgingsposten en zeker als de weg omhoog ging heb ik veel gewandeld. Het was redelijk warm, maar niet extreem en ik zie dit ook niet als de reden dat het slecht ging, hooguit als een versterkende factor. Het weer aanzetten tot min of meer hardlopen na een stukje wandelen voelde aan alsof een oude stoomtrein met veel pijn en moeite in beweging werd gebracht. Maar zoals Churchill al zei, ‘when you’re going through hell, just keep going’ en dat deed ik ook. Na een marathon van iets meer dan 4 uur kwam ik over de finish. 10 Uur, 17 minuten en 18 seconden had ik nodig voor Challenge Roth. Mijn snelste bikesplit en mijn langzaamste marathon. Het ligt voor de hand om te denken dat die twee zaken gerelateerd zijn, maar dat denk ik niet. Ik denk dat de niet heel specifieke voorbereiding in combinatie met mijn tripje naar San Francisco en het simpelweg hebben van een slechte dag, versterkt door de warmte de combinatie was waardoor het er bij de marathon niet uitkwam. Dat ik ondanks dat alles wel goed kon zwemmen fietsen is gewoon positief. En uiteindelijk is elke finish van een hele mooi en bijzonder natuurlijk.
Bij Challenge Roth staat de atleet en zijn of haar gezelschap op de eerste plaats, niet de aandeelhouderswaarde. Dat merk je bijvoorbeeld doordat er overal voldoende dixies staan, maar ook wat er allemaal geregeld is na de finish. Ik kon meteen rustig douchen en heb me laten masseren, heerlijk om even wat tijd horizontaal door te brengen terwijl iemand voorzichtig je benen losmaakt. Daarna heb ik de tijd genomen om te eten, ook hier was genoeg keuze, en kwam ik Erik Lentfert en Rohalt Bergsma tegen om onze verhalen uit te wisselen. Daarna ben ik naar Saskia gegaan die al de hele dag onderweg was om ons te volgen en hebben we samen Kees zien finishen. Zijn sub-11 is er niet van gekomen, hij kreeg wel serieus last van de warmte en bleef net een zonnesteek voor. Dat hij nog de marathon af heeft kunnen maken is een wonder.
De dag sloten we af bij de McDonalds in Greding en de McPlant heeft nog nooit zo lekker gesmaakt als toen. Achteraf is het wellicht een gemiste kans op een echt mooie tijd maar het kan niet altijd perfect gaan. Voor mijn gevoel is een 9u30-9u40 hele triathlon een reële eindtijd. Bij het ontbijt op maandag sprak ik een Duitse kerel die zijn Agegroup had gewonnen in een tijd net boven de 8u30. Hij baalde een beetje dat hij daar niet onder was gekomen dat zijn marathon net boven de 3 uur zat. Het maakt blijkbaar echt niet uit hoe goed of hoe snel je bent, het kan altijd beter. En dat vind ik zelf wel mooi, zolang je ook maar iets meer afstand kan nemen en tevreden kan zijn over wat je hebt gedaan. In Nice wil ik er weer helemaal staan. Daar ga ik me wel specifiek op voorbereiden en daar moet het lopen wel goed gaan. Met een vergelijkbare zwem- en fietsprestatie en een goede marathon moet het resultaat er dan komen.