Om een lang verhaal kort te maken, ik hoopte onder de 10 uur te finishen en dat is niet gelukt. Enerzijds door de (weers)omstandigheden tijdens de wedstrijd en het feit dat ik een valpartij meemaakte tijdens het fietsen, maar voornamelijk door de niet geheel perfecte aanloop naar de wedstrijd. Twee weken voor Challenge Almere kwamen we terug van onze zomervakantie naar Toscane en Kroatië. Ik heb wel voldoende getraind, maar de omstandigheden zijn daar toch iets anders. Veel meer klimwerk en hoge temparaturen en dat is toch niet hetzelfde als wat je in Almere tegenkomt. Ook heb ik me niet ingehouden met eten en drinken, al viel de schade na de vakantie nog wel mee. Daarnaast ben ik in de week voor de wedstrijd twee keer naar een concert van Metallica geweest en alhoewel ik naar mijn gevoel voldoende rust heb ingebouwd was dit blijkbaar toch vermoeiend. En misschien had ik de 9e september ook gewoon geen goede dag.
Maar goed, ik wil tijdens de gezinsvakantie niet neurotisch aan het sporten zijn en Metallica had ik niet willen missen, dus ik heb zeker geen spijt. Een volgende keer moet ik de wedstrijd alleen iets beter plannen. Voor de vakantie dus of een week of zes erna. En niet te snel denken ‘dat doe ik wel even’ als het om een hele triathlon gaat.
Op vrijdag heeft het veel geregend maar de voorspellingen voor zaterdag waren iets minder slecht. Ik had mijn zadel en de draaiende delen van mijn fiets enigszins ingepakt maar verder had mijn arme fiets de hele nacht in de regen gestaan. Ook toen ik zaterdagochtend aankwam regende het nog en de verwachting was dat dit pas bij het begin van het fietsen anders zou zijn. Na de start van de pro heren en dames mochten de age groupers het water in. In andere verslagen las ik dat mensen het water koud vonden, maar dat was niet mijn ervaring. Na het startschot kon ik meteen mijn eigen slag zwemmen. Normaliter is er altijd wel een kleine ‘paniekfase’ waar ik bewust mijn ademhaling onder controle moet krijgen maar dat was nu niet het geval. Na de eerste boei raakte ik de weg een beetje kwijt en kwam ik in de waterplanten terecht. Dat is geen fijn gevoel. Alsof je naar beneden wordt getrokken door de monsters van de diepzee. Verder ging het zwemmen voor mijn doen redelijk soepel. Ik heb veel te weinig gezwommen de laatste tijd en een 1u19m is dan ook een normale tijd. Zeker niet snel, maar nog niet alles was verloren.
Omdat ik in T1 een fietsshirt met lange mouwen aantrok en mijn fietschoenen (en deze keer ook fietssokken) aantrok in de parkeergarage duurde de eerste wissel iets langer dan normaal. En met iets langer bedoel ik 8m26s vergeleken met 2m55s in 2015. Een eeuwigheid dus. Goed uitgerust begon ik dan ook aan het fietsen en dat was in het begin nog best koud. Het stukje tot aan de Gooimeerdijk is altijd een beetje rommelig en niet snel, maar eenmaal op de dijk is het in de tijdrithouding en trappen. Op de Oostvaardersdijk stond de wind schuin in de rug en hier kon ik continue tussen de 40 en 45 km/u aanhouden. Het was hier vrij druk, ook omdat er veel deelnemers aan de halve meefietsten, maar ik kon zonder problemen mijn eigen tempo rijden al moest ik af en toe wel aanzetten om mensen voorbij te komen om niet te draften. In mijn ervaring reed er redelijk veel jury rond die licht corrigerend optraden indien nodig, maar ik heb niet veel fietsers in penalty boxes gezien (al heb ik hier ook niet echt op gelet).
Bij het opdraaien van de smalle Knardijk bleef ik mensen inhalen waarbij ik door ‘passing’ te roepen kenbaar maakte dat ik er langs wilde. Een zwaar bebaarde Engelsman reageerde hier een beetje agressief op. Hij had hetzelfde tempo als zijn voorganger en ik wilde ze allebei voorbij, maar hij zette flink aan en haalde eerst de kerel die voor hem reed in, onderwijl krachtige taal bezigend. Dat kan ik ook en nadat we elkaar de nodige krachttermen hadden toegeworpen hoorde ik hem iets mopperen over dat ik hem bijna de kant in had geduwd. Daar was in mijn ogen absoluut geen sprake van en dat vertelde ik hem ook, maar ook dat als dat wel de indruk was die hij kreeg ik hem daarvoor mijn excuses aanbood. Hierop veranderde de situatie en werden we beste vrienden. Geestig hoeveel emoties zo’n triathlon kan oproepen en blij dat ik de moeite heb genomen om even in te houden om de zaak recht te zetten. Na elkaar succes te hebben gewenst gingen we allebei ons weegs.
Mijn gemiddelde snelheid ging langzaam omlaag toen de wind minder gunstig werd maar na de eerste ronde zat ik nog ruim boven de 35 gemiddeld. In de tweede ronde merkte ik echter hoe moe ik was en af en toe moest ik moeite doen om 160 watt te trappen. Wel was het heerlijk eenzaam nu de deelnemers aan de halve van het parcours verdwenen waren. Maar de tweede ronde was gewoon slecht. Ik denk niet dat dit door een gebrek aan inhoud kwam, die zou beter moeten zijn dan twee jaar geleden bijvoorbeeld. Rond kilometer 168, op de Gooimeerdijk ongeveer een kilometer na het viaduct, zag ik een groot gat in de weg over het hoofd. Ik reed in de tijdrithouding met ongeveer 35 km/u toen mijn voorwiel dwars sloeg en ik over mijn fiets werd gelanceerd met een soort schroefsalto. Mijn geluk was dat ik in het gras landde en geen al te ernstige schade opliep. Er reed niemand vlak voor me en achter me reden twee kerels op ongeveer een minuut. Tegen de tijd dat zij langskwamen en vroegen of ik hulp nodig had kon ik gelukkig al aangeven dat ik in orde was zodat ik hun wedstrijd niet verstoorde. Hierna ben ik naar T2 gefietst om te kijken of de val mijn lopen zou beïnvloeden. Mijn fietstijd was 5u17m05s (2015: 5u09m49s).
De tweede wissel ging in een normale tijd en ik begon aan de marathon. Bij de coachingpost stond Peet (zoals altijd) klaar met mijn voeding. Dit jaar maakte ik gebruik van Kerosine van NutrID, een concept van mijn coach Eric van der Linden. Ik heb zowel tijdens het fietsen als het lopen alleen maar dit gebruikt en kreeg zo zonder problemen voldoende binnen. Wie meer wil weten moet me maar even mailen, maar ik blijf dit gebruiken bij halve en hele triathlons.
De eerste loopronde ging soepel met alle kilometers onder de 5 minuten. Ik had niet heel veel last van mijn rug en schouder alhoewel ze een beetje pijnlijk waren. Wel voelde ik mijn rib bij het ademhalen. Die had ik in de mosh pit bij Metallica bezeerd. Mijn rechterknie, die ik in diezelfde pit een beetje verdraaid had, gaf geen problemen. In de volgende ronden werd het allemaal wat langzamer en in de laatste ronde gingen mijn kilometers in 5m40s. Al met al best wel een groot verval dus, ik had gehoopt langer bij die 5 minuten te kunnen blijven zitten. Maar goed, een pr laat staan een sub-10 zat er al heel lang niet meer in en dat gaat ook in je hoofd zitten. Ik ben blij dat ik ook mijn zesde hele triathlon aan de finish ben gekomen en de tijd van 10u34m59s is daarbij secundair. Over de marathon deed ik 3u46m26s wat niet eens zoveel langzamer is dan de 3u43m25s van 2015. Maar dit moet ik echt onder de 3u30m kunnen redden.
Op zowel de vrijdag als de zaterdag heb ik veel bekenden gezien en ook veel nieuwe gezichten van FaceBook, Twitter, Strava etc. Leuk om korte praatjes te maken en alle prestaties te volgen. Uiteraard grote dank aan Peet, die zijn vrije zaterdag opofferde om me te helpen (maar volgens mij vindt hij het stiekem ook best leuk om in Almere te zijn).
Het is vrij duidelijk wat ik de volgende keer anders moet doen. Op basis van Tri Amsterdam concludeerde ik dat een sub-10 er fysiek wel in moet zitten, en daar twijfel ik ook niet aan, maar het mentale gedeelte is anders. En in tegenstelling tot wat de gemiddelde Nederlander denkt is de hele triathlon meer een mentale dan een fysieke sport. Zondag staat het WK voor Agegroupers op het programma, de Olympische afstand. Terwijl ik dit tik weet ik nog niet of dat me gaat lukken met mijn rug. Meedoen gaat hoe dan ook belangrijker zijn dan winnen.
In november loot ik weer mee voor de Norseman en afhankelijk van in- danwel uitloting bepaal ik hoe mijn wedstrijdschema voor 2018 er uit gaat zien.