Toen vorig jaar bekend werd dat de Amsterdamse triathlons een evenement in mijn woonplaats Zandvoort zouden organiseren blokte ik de datum meteen in mijn agenda. Zwemmen in de Noordzee, fietsen over het circuit en lopen over de boulevard wilde ik uiteraard niet missen. Uiteindelijk besloot ik me zowel voor een sprintafstand op zaterdag (mijn tweede sprint ooit!) en een Olympische afstand op zondag in te schrijven.
Op dinsdag zwom ik met Erwin en Hans een stukje in zee om aan te voelen hoe de temperatuur en de stroming zouden zijn. We zwommen 10 minuten in noordelijke richting en eindigden 350 meter zuidelijker dan waar we gestart waren. Ook de golven waren redelijk heftig. We waren dan ook benieuwd hoe het tijdens de triathlon zou zijn. Op zaterdag werd al snel bekend gemaakt dat het zwemparcours werd aangepast en er nu in één rechte lijn gezwommen zou worden, met de stroming mee.
We begonnen dus met een wandeling van 750 meter over het strand naar een boei die de start markeerde. Hier renden we na het startschot de zee in met de opdracht om bij de exitboei pas weer het water uit te komen. Het was even zoeken waar het water diep genoeg was om te zwemmen, en sommige deelnemers maakten er een soort swim-run van door gedeelten door het water te lopen. De stroming stond niet geweldig. Als je hem echt mee hebt dan scheelt dit zo 20 seconden per 100 meter, nu werden we in de praktijk alleen maar richting het strand geduwd. Op zich houd ik wel van een beetje heftige omstandigheden, maar snel gaat het niet. Na een minuut of 18 kroop ik uit het water en had ik 2 minuten per 100 meter gezwommen. Maar ik was voornamelijk blij om aan het fietsen te kunnen beginnen.
Na een stuk over de boulevard kwamen we aan bij het circuit voor vier rondjes. Mijn benen voelden niet geweldig en de snelheid zat er niet echt in. Fietsen over het circuit gaat ook minder snel dan je zou denken. Er zijn nog flink wat hoogtemeters en je kan ook aardig last hebben van de wind. Wat wel erg veel scheelde was het volgen van de ideale lijn. Die ligt bij fietsen anders dan bij motorracen, maar er waren erg veel triatleten die netjes overal rechts bleven rijden. Op zich prima, dan kunnen anderen links passeren, maar een iets kortere lijn rijden scheelt best wel veel afstand. Ik had verwacht makkelijk boven de 40 gemiddeld te fietsen, maar dat werd 38.5. Het lopen ging richting de boulevard, over de weg naar de uitgang van het circuit (die vervelend omhoog loopt) om op het plein voor het casino om te keren en weer terug te gaan. Bekend terrein, hier heb ik inmiddels voor kapitalen aan hardloopschoenen versleten. Bij de Arie Luyendijkbocht (voorheen Bos Uit) kwamen we het rechte stuk weer op om bij de finishstreep te eindigen. Met een eindtijd van 1:13:08 werd ik 12e en zette ik een nieuw pr neer op de sprint.
Zondag zou ik pas om 13u hoeven te starten, dus ik kon uitslapen. De wind stond harder dan zaterdag en de golven zagen er hoger uit. De verrassing was dan ook niet groot toen bekend werd gemaakt dat het zwemmen geschrapt was en er begonnen zou worden met lopen. Teleurstellend, met name ook voor de organisatie, maar met meer dan honderd man deze zee in gaan is vragen om problemen. Aangezien ik iets beter loop dan zwem zou dat ook kansen op moeten leveren.
Ik besloot me dan ook vooraan op te stellen bij de start en zoals gebruikelijk bij een run-bike-run ging iedereen, ik ook, er vandoor alsof het een 100-metersprint was. Gelukkig vond ik snel een tempo dat goed aanvoelde en de kilometers gingen onder de 4 minuten. Na een stuk over het circuit kwamen we na 4 kilometer aan bij T1. Met mijn kilometertempo van 3:46 was ik tevreden. Ik had harder gekund, maar dat zou ten koste zijn gegaan van het fietsen. De T1 wissel verliep zonder het hoeven uittrekken van een wetsuit erg snel en ik kon beginnen aan mijn eerste rondje (van de 9) over het circuit. De benen voelden beter dan op zaterdag en ik kon een iets hoger vermogen trappen. Wel stond de wind iets harder en iets minder gunstig. Het is erg gaaf om over het circuit te fietsen en ondanks de hoeveelheid deelnemers had je totaal geen last van elkaar vanwege de breedte van de baan. Na een uur mocht ik rechts afslaan naar de wisselzone. Met 38.6 gemiddeld was ik sneller dan tijdens de sprint en ook mijn gemiddelde vermogen (275 watt versus 264 watt) lag hoger.
Het lopen was uiteraard vergelijkbaar met de sprintafstand met dien verstande dat het rondje nu twee keer afgelegd moest worden. Het was nog rustig op het loopparcours en richting het keerpunt telde ik 3 man voor me en 2 man iets achter me. Op de boulevard was het af en toe aardig druk met toeristen maar in de praktijk had ik hier geen last van. Ik zag al vrij snel dat de nummer 3 te ver voor me lag en dat de nummer 5 ver genoeg achter me bleef. Het was dus een redelijk eenzame wedstrijd die ik echter wel lekker kon uitlopen. Wel had ik verwacht met een iets hogere intensiteit te kunnen lopen, maar na wat steken in mijn zij op de zaterdag besloot ik niet te veel te gaan pushen. Met een bonuskilometer legde ik de 11 km af met 4:12 gemiddeld en dat was prima.
Deze serie eindigde ik als vierde overall en omdat er in de volgende serie maar één kerel sneller was was de vijfde plek uiteindelijk mijn deel. Helaas was er geen indeling in Age Groups want dan zou ik de 40+ categorie gewonnen hebben. Maar goed, al met al was ik ondanks mijn niet geweldige benen redelijk tevreden en bovendien was het een geweldig evenement. Hopelijk gaat het zwemmen volgend jaar gewoon door op beide dagen.