Dit jaar vond alweer de 10e editie van de Westcoast Challenge plaats en stond ik voor de vierde keer aan de start. Voor degenen die het evenement niet kennen, het is de bedoeling dat je met een partner de ruime 130 kilometer tussen Hoek van Holland en Den Helder afwisselend lopend en fietsend aflegt. De verwachte windrichting bepaalt of je in de ene danwel de andere plaats start. Tussen IJmuiden en Wijk aan Zee wordt je met een boot van de KNRM overgezet aangezien de wedstrijd in het teken staat van fondsenwerving voor deze mooie organisatie. Overigens mogen er ook solo-lopers starten en is er een een halve afstand voor duo’s en solo’s.
Het mooie van deze wedstrijd is dat je als duursporter in teamverband een wedstrijd doet wat toch een heel andere dynamiek met zich meebrengt. Daarnaast leg je ongemerkt een kilometer of 65 lopend af en ben je volledig afhankelijk van de weersomstandigheden. Een gepland tempo is zinloos en een gewenste intensiteit tijdens het lopen hangt weer af van de (on)mogelijkheid te herstellen tijdens het fietsen. Al met al een complex geheel waarbij het loont om je eigen lichaam te kennen, goed te communiceren met je maatje en jezelf zeker niet te overschatten.
Na Ironman Maastricht had ik geen startnummer meer opgespeld, maar ik was wel goed door blijven trainen. Net als vorig jaar zou ik aan de start komen met goede vriend Erwin Tulleners die naar eigen zeggen sterker was dan ooit. Op de vrijdag voor de wedstrijd bracht andere goede vriend Sven, die op de halve solo zou starten, ons naar ons hotel in Hoek van Holland. Per auto hebben we nog even de eerste kilometers verkend omdat Erwin niet meteen het strand op wilde met de fiets om de verwachte tegenwind te vermijden. De weersvoorspellingen beloofden namelijk een nogal interessante wedstrijd. Harde wind, beginnend uit het zuiden en langzaam draaiend naar het westen, en veel regen. Westenwind betekent een smal strand en als hij iets zou draaien en tegen zou komen dan kon het wel eens erg zwaar worden.
Na de briefing en een korte nachtrust ging de wekker om 3u30 en even later vertrokken we naar de startlocatie. Gelukkig regende het (nog) niet en toen om half 5 de startfakkel uitgedoofd was sprintte iedereen richting zee. Het tempo lag meteen behoorlijk hoog. Bij eerdere edities begon iedereen in zijn eigen tempo, maar deze keer waren er een paar lopers die niet voor elkaar onder wilden doen en met een man of 5-6 ging het hard naar het strand. Eenmaal daar aangekomen ben ik wel naar mijn eigen gewenste tempo gegaan in de wetenschap dat het nog een lange dag zou worden en we niet om de eerste plaats zouden strijden.
Het strand was goed begaanbaar en de wind stond vol in onze rug. Na exact 5km stond Erwin klaar om het stokje over te nemen. Hij had lampjes die we om onze armen konden dragen ter herkenning meegenomen en dit werkte prima in het donker. Later hoorden we genoeg verhalen van deelnemers die elkaar niet konden terugvinden en dit kost altijd veel tijd. We hebben tijdens de laatste lange training onze wissels goed getraind en deze kosten ons vrijwel geen tijd. De fietser staat klaar met de jas en neemt de startnummerband over van de loper en begint meteen met lopen. Dit betekent ook dat we, zolang het fietsen over het strand makkelijk gaat, de keuze hebben om korter te wisselen. We hebben best nog veel teams gezien die erg onhandig wisselden en met zijn tweeën bleven staan om kleding uit te wisselen (of wat bij te praten, ik weet het niet). Wij hebben uiteindelijk 30 keer gewisseld, dus het verschil tussen een wissel die 1 seconde duurt en een wissel die 1 minuut kost is evident.
Erwin ging voortvarend van start conform de gedachte ‘make hay when the sun shines’. Vlak voor de zandmotor wisselden we nogmaals en pakte Erwin het fietspad. Ik bleef zo dicht mogelijk bij de duinrand, maar toen ik iemand dichter bij het water zag die harder liep besloot ik te kijken of het stand daar beter was (en dat was zo). Het gedeelte in de donkere ochtend verliep verder zonder verrassingen, we verdwaalden niet in Scheveningen, de wind bleef gunstig staan en op wat regen na en een niet geweldig strand was het weer beter dan verwacht.
Het werd vrij snel licht. Ik kan me van vorige jaren herinneren dat de donkerte langzaam verdween, maar nu leek het alsof er een lichtknop werd omgezet. Er werd flink doorgelopen door alle teams. Ons tempo was prima en ik voelde geen enkele behoefte om mijn tempo op te schroeven. In Zandvoort zou mijn vrouw klaarstaan met verse voorraden en warme noodlesoup en toen ik vooruit fietste haalde ik een aardige hoeveelheid teams in die enkele kilometers voor ons lagen. Bij mijn vrouw aangekomen nam ik rustig de tijd om te eten en te drinken en verse broodjes in onze fietstassen te doen, en besloot ik om ook maar schone sokken en schoenen aan te trekken. Nadat Erwin was aangekomen vertrok ik en kon hij zich laven aan zijn noodles.
Normaliter is het strand vlak voor IJmuiden enorm breed, maar nu lag er alleen maar zee en moesten we vlak bij de duinen lopen en fietsen. Dit beloofde niet veel goeds voor het noordgedeelte, waar het strand vaak al smal is en waar het bovendien langzaam (spring)vloed zou worden. Samen met sololoper Mark van Hoorn, die een filmploeg om zich heen had, kwamen we aan bij de boot. We hadden exact 6 uur over het zuidgedeelte gedaan (ter vergelijking, vorig jaar was dit het tweede gedeelte en deden we hier 7u54m over). Bij Wijk aan Zee ging ik van boord om meteen te kunnen lopen. De wind was gedraaid en kwam vol uit het Westen, dus het gedeelte naar het strand ging niet van harte. Erwin besloot gelukkig om via het fietspad om te rijden en vermeed zo dit stuk.
Ons voornaamste doel was om zo snel mogelijk bij Petten te komen zolang het strand nog begaanbaar was. Vanaf dat punt zouden we makkelijker via het fietspad achter de duinen kunnen rijden. Aangezien we een fat bike hadden geleend met extreem dikke banden moesten we zo lang mogelijk over het strand blijven fietsen. Het voordeel is dat dat met die banden ook bijna altijd wel kan, het nadeel is dat als dat niet meer kan je goed aan de beurt bent met omfietsen, want dat kost veel meer kracht dan met een normale MTB. Gelukkig hadden we niet zo heel veel last van de wind zelf en bleef ook de regen uit (sterker nog, we hebben in het tweede gedeelte geen druppel regen gehad), maar door de westenwind was het strand overal erg slecht.
De kilometers bleven maar optellen en aangezien we ons tempo redelijk goed konden volhouden rolden we team voor team op. Er is een mooie kameradie tussen alle deelnemers, maar het geeft toch wel energie als je mensen die een paar uur daarvoor vol energie en bravoure tempo hebt zien maken langzaam ziet instorten. Als ik iemand inhaalde had ik ook nooit het idee dat ze nog terug zouden komen. We zijn in het tweede gedeelte niet door andere deelnemers aan de hele ingehaald.
De lagune bij Petten hadden we verkend en het was absoluut geen optie om te proberen hier door de geul zelf te lopen. We liepen dan ook langs de lagune wat toch wel redelijk veel kracht kostte, zeker voor Erwin op de fiets. Ik heb hier ook iets langer gelopen omdat Erwin de tijd nodig had om bij me terug te komen. Dit was mijn low-point van de wedstrijd, de vermoeidheid voelde ik goed en alles deed pijn. Gelukkig kon ik daarna goed herstellen op de fiets, dat maakt alle verschil. Hierna werd het (heel langzaam) aftellen. We kortten de wissels in naar 20 minuten, en later zelfs naar 15. Ondertussen werden we ingehaald door de latere winnaars van de halve afstand, Vladimir en Sjors, twee vrienden van Erwin uit Amstelveen die ik nog niet kende, maar die me vol enthousiasme groetten toen ze voorbij kwamen. Ze hadden last-minute besloten tot inschrijven en stuiterden als twee (niet meer zo jonge) honden over het strand. Uiteindelijk wonnen ze, ondanks verdwalen in Den Helder wat nog een kwartier kostte, afgetekend.
Het strand werd er niet beter op en op het laatste stuk voor Den Helder kwamen de golven af en toe tot aan de duinrand. Later zijn teams door de KNRM ook van het strand afgestuurd omdat er simpelweg geen strand meer over was. Toen we bij de dijk van Den Helder aankwamen wisten we dat het uitlopen was. Asfalt en een harde wind in de rug en nog een kilometer of 6 te gaan. Erwin deed het laatste stuk, bij zijn vorige twee deelnames was hij op de fiets over de finish gekomen dus nu was het tijd om dat lopend te doen. Na 11 uur en 50 minuten kwamen we met daglicht, en veel sneller dan verwacht (tot ongenoegen van Erwins vrouw die hierdoor onze finish miste), binnen en konden we gaan douchen. Vorig jaar liepen we van het noorden naar het zuiden en deden we 5u39 over het noorden. Nu 5u51m.
Erwin was inderdaad veel sterker dan vorig jaar (ik eigenlijk niet echt), en het is heerlijk om zoveel duurvermogen te hebben dat je gewoon door kan blijven gaan. En heerlijk dat we zoveel duursportervaring hebben dat we ons redelijk kunnen inhouden in het begin. Uiteindelijk zijn we vierde geworden (van de 15 teams die gestart zijn), maar we waren vooral blij met de tijd en de indeling van de wedstrijd. Zo zijn we bijvoorbeeld het enige team dat voor het tweede gedeelte minder tijd nodig had dan voor het eerste gedeelte.
Nadat ik gedouched had was het ineens donker, ook dat ging weer met een lichtknop blijkbaar, en even later begon het te regenen. De deelnemers druppelden langzaam binnen en gelukkig wist ook Sven de finish te halen en zo zijn eerste ultra-marathon te finishen, onder luid gejuich van zijn gezin en hond. De winnaars van de hele Marc Weening en Diederik Calkoen deden 10u11m57s over de afstand. De prestatie van de dag kwam van Irene Kinnegim, die solo de hele afstand volbracht in 11u5m, echt ongelofelijk!
Hopelijk wordt er in 2019 een 11e editie van de Westcoast Challenge georganiseerd, dan ben ik er zeker weer bij.
Hier de uitslagen van 2018:
http://www.westcoastchallenge.nl/uitslagen/2018/
En hier mijn data (NB, de oneven splits zijn mijn loopbeurten, behalve bij split 30 daar ben ik blijkbaar vergeten om op ‘lap’ te klikken):