Eerste tijdrit op Argon18

Om in 2012 een stap omhoog te maken in mijn triathloncarrière, en omdat het alweer drie jaar geleden was dat ik voor het laatst een nieuwe fiets had gekocht, besloot ik tot aanschaf van een tijdritfiets. Na een lange zoektocht ben ik bij de Argon18 E-118 uitgekomen. Waarom? Voornamelijk omdat hij mooi is, en een nieuw model, en een geïntegreerde voorkant heeft, en de remmen mooi zijn weggewerkt en de fiets nog enigszins betaalbaar is. Ik had ook een minder duur exemplaar kunnen kiezen, maar dan was het nog steeds een hoop geld geweest en zou ik elke keer als ik op de fiets zat denken ‘had ik maar iets meer geld uitgeven…’. Ik ben heel goed in het rationaliseren van irrationele keuzes.

Om een lang verhaal kort te maken, vorige week woensdag kwam de postbode langs met een pakketje met mijn naam erop. Ik heb daarna drie ritjes van een kilometer of 30 gemaakt om enigszins te wennen aan de fiets en om met de positie te spelen. Dat viel niet mee. Vorig jaar fietste ik met een opzetstuurtje op mijn Canyon, maar recentelijk had ik geen kilometers in de tijdrithouding gemaakt. Uiteindelijk kwam ik tot een positie die redelijk vol te houden was, maar veel vertrouwen voor de tijdrit die ik op zondag gepland had was er niet.

Als voorbereiding op het triathlonseizoen had ik me ingeschreven voor de ‘Knipscheer tijdrit’ van ATC Almere. De lange afstand bleek uiteindelijk 46 km lang te zijn, wat dus prima was met het oog op de olympische triathlons in mei en juni. Samen met mijn oudste zoon als toeschouwer kwam ik aan op een zonnig edoch winderig tijdritparcours, waar veel mooie fietsen te zien waren. Voornamelijk gemonteerd op de Tacx overigens, inrijden wordt blijkbaar heel serieus genomen door tijdrijders. Het zou de eerste keer zijn dat ik een tijdrit ging rijden, en ik was erg benieuwd hoe de combinatie tijdritfiets + snelpak + aerohelm zou gaan werken.

Iets na 12u mocht ik starten. Ik had niet echt een plan, anders dan proberen zo lang mogelijk in de tijdrithouding te blijven en mijn hartslag zo hoog mogelijk te krijgen. Dat tweede lukte vrij snel. Binnen een halve minuut zag ik 180 doorkomen en kwam het achterwiel van degene die voor me gestart was snel dichterbij. Na een korte zelfanalyse was mijn conclusie ‘whatever’ en ben er maar voorbij gegaan. En daarna voorbij degene die voor hem was gestart. Dat was het moment waarop ik plezier in dat tijdrijden begon te krijgen. Alle aerodingen zorgden blijkbaar voor een hoop gratis snelheid (al kost die gratis snelheid wel een hoop geld).

De 46km bestonden uit 4 rondjes. Een rondje bestond uit 4 bochten en 4 rechte stukken, waarvan 2 met zijwind, 1 met tegenwind en het stuk richting de finish met meewind. Alles wat niet kaarsrecht was nam ik met de handen bovenop het stuur en vooral niet te snel, zoals te zien is op deze foto. 

Ook op het stuk met tegenwind kon ik een aardige snelheid aanhouden en haalde ik mensen in. In ronde 3 voelde ik mijn zadel iets bewegen. Blijkbaar was ik bij al het afstellen niet zorgvuldig genoeg geweest in het aandraaien van de bouten. Ik heb de tijd genomen om te controleren of alle bouten nog wel aanwezig waren en of het zadel er als geheel af zou kunnen vallen, en heb uiteindelijk besloten om gewoon door te fietsen.

Na 46km (mijn Garmin gaf iets meer aan) bleek mijn gemiddelde snelheid 38.67 km/u te zijn geweest. Hiermee was ik 41e van de 156 deelnemers. Dat ik lang in de tijdrithouding kon blijven en een redelijk hoge hartslag (170) kon aanhouden vond ik belangrijker. Mijn rondetijden waren behoorlijk vlak (17:37, 18:07, 18:08 en 17:34, de eerste en laatste ronde waren iets korter omdat de start iets verder lag dan de finish). Binnenkort doe ik een fietsmeting bij Chris Brands en dan moet ik klaar zijn voor de olympische triathlon van Weert.

Voor mijn gevoel heb ik niet veel meer vermogen weggetrapt dan bij de triathlons die ik heb gedaan. Mijn gemiddelde snelheid lag daar, als er redelijk wat wind stond, rond de 36 km/u. Al het aerogebeuren levert met een flinke natte vinger dus ongeveer 2.5 km/u op. Hopelijk staat er in Weert geen wind en kan ik het gemiddelde van 40 km/u gaan aanvallen.

Vooralsnog ben ik erg blij met de Argon en met de generale repetitie voor Weert, die voor 20 mei op de agenda staat. Een tijdrit af en toe kan ik alle triathleten aanraden. Daarnaast was het leuk om twittervrienden Rose, Peter en Paolo in real life te ontmoeten.